VIER VRAGEN OVER VACCINEREN TEGEN ROTKREUPEL

VIER VRAGEN OVER VACCINEREN TEGEN ROTKREUPEL

Op dit moment is er een ‘multivalent’ vaccin beschikbaar tegen rotkreupel. Dat wil zeggen dat het vaccin bescherming biedt tegen 9 van de 10 bekende stammen. De 10de stam zit er niet in, de reden daarvoor is ons niet bekend. Er zijn veel mensen die erg tevreden zijn over dit vaccin (Footvax) en mensen die er (te) weinig resultaat van zien. Redenen van te weinig resultaat kunnen zijn: 

  • Er zit verschil tussen de hoeveelheid weerstand die opgebouwd wordt tegen de verschillende stammen
  • Omdat 9 stammen best veel is voor het lichaam kan het zijn dat er uiteindelijk tegen alle 9 onvoldoende weerstand opgebouwd wordt om voldoende bescherming te bieden
  • De stam op jouw bedrijf betreft de ontbrekende stam
  • Je hebt teveel verschillende stammen op het bedrijf waardoor het voor het schaap niet mogelijk is om tegen alle aanwezige stammen tegelijk goede weerstand op te bouwen.

Om te weten hoe het vaccineren op uw bedrijf zou gaan is er maar één oplossing en dat is het proberen. Hier geven we informatie over deze vaccinatie.

1)  Hoe vaak moet het vaccin gegeven worden?
Volgens de bijsluiter starten we met 2 vaccinatie met 4 weken ertussen. Daarna heb je elke 6 maanden een booster nodig. We maken echter bijna altijd een vaccinatie programma op maat per bedrijf. Omdat je van te voren niet weet hoe een koppel reageert op de vaccinatie bespreken wij altijd alle opties en laten we het vervolg afhangen van de reactie op de eerste vaccinatie. Soms betekent dat we inderdaad volgens bijsluiter moeten vaccineren om de situatie beheersbaar te maken. Andere keren blijkt jaarlijks vaccineren voldoende. En het kan dus ook voorkomen dat de vaccinatie te weinig verbetering geeft en dat we weer stoppen.

2)  Wanneer moet het vaccin gegeven worden?
We proberen de vaccinatie zo te plannen dat deze meerdere weken voordat de normale problemen verwacht worden gegeven wordt. Dus zijn er normaal problemen met opstallen? Dan vaccineren we 4-6 weken voor het opstallen. Hetzelfde geldt voor het dekseizoen. We doen dus wat het beste past bij het bedrijf. Grote kanttekening is dat we niet vaccineren in de laatste maand voor het aflammeren en liever ook niet in de eerste paar weken daarna. Het vaccin vraagt erg veel van het lichaam en kan het immuunsysteem dusdanig bezig houden dat de biestkwaliteit en daarna de melkproductie afneemt, wat we natuurlijk niet willen. Lammeren kunnen vanaf 3 maanden leeftijd gevaccineerd worden.

3) Wat kan ik verwachten aan bijwerkingen?
Bijwerkingen zijn met name te zien op de priklocatie zelf. Er wordt erg vaak een bult gezien die er maanden later nog kan zitten. Dit is niet pijnlijk en hoeft ook niets aangedaan te worden maar kan vervelend zijn voor de scheerder als deze niet weet op welke locatie ze gevaccineerd zijn. De bulten worden erger naarmate de naald viezer is. Met regelmatig wisselen van de naald en het liever niet vaccineren als de schapen nat zijn wordt de kans op bulten kleiner. Ook het iets opwarmen van het vaccin kan helpen.

Een enkele houder ziet echt dat de schapen de volgende dag wat ziek zijn, sloom en minder eetlust hebben. Dit is natuurlijk erg vervelend maar zou niet lang moeten duren. Als er andere dingen worden gezien of als de reactie extreem is moet dit altijd gemeld worden. Meestal is er dan toch sprake van complicaties, bijvoorbeeld door vieze naalden of al zwakkere schapen.

4) Als ik start met vaccineren, kan ik dan nog wel stoppen?
Ja, het is niet zo dat je met vaccineren de koppel besmet. We gebruiken het vaak als hulpmiddel om de situatie onder controle te krijgen en vandaaruit aan echte beheersing te werken. Als je na de start met vaccineren echter geen aanvullende maatregelen hebt genomen om de situatie te verbeteren (hygiëne, afvoeren van de chronische gevallen etc.) dan is de kans groot dat het probleem weer terug komt als je stopt met vaccineren.