EEN SLAP LAM BIJ DE GEBOORTE. WAT KUN JE ER AAN DOEN?

EEN SLAP LAM BIJ DE GEBOORTE. WAT KUN JE ER AAN DOEN?

Na een dracht van bijna 5 maanden is het dan zo ver: de ooi begint te lammeren. Maar niet ieder lam komt daarna vlot in de benen. Vijf redenen voor slap geboren lammeren en tips wat je dan kunt doen.

1. Infectieuze oorzaken
Er zijn diverse infectieuze oorzaken die voor slappe lammeren kunnen zorgen. Een bekende is de bacterie Chlamydia abortus. Vaak worden dan ook gevallen van abortus gezien. Er is een PCR test beschikbaar om hier eenvoudig op te testen: swab na de geboorteweg van de ooi. De Gezondheidsdienst voor Dieren biedt als pakket de Chlamydia Check aan om de aan- of afwezigheid van deze bacterie vast te stellen. Is de bacterie aangetoond? Er zijn twee vaccins beschikbaar om problemen met deze bacterie te voorkomen.
Ook bij een infectie met het Schmallenberg virus kunnen slappe lammeren geboren worden. Vaak valt bij deze lammeren ook vergroeiingen in de gewrichten, een korte onderkaak en/of een kromme rug op. Er is op dit moment geen vaccin beschikbaar tegen Schmallenberg. Tegenwoordig blijven de problemen in veel koppels beperkt tot geen of slechts enkele gevallen.


2. Mineralenvoorziening
Niet infectieuze redenen zijn vaker de oorzaak van slappe lammeren. Op één staat de mineralenvoorziening van de ooi. Bij koperbehoevende rassen kan een tekort aan koper zorgen voor kleine en zwakke lammeren. Een deel van die lammeren kan ook zwakheid in de achterhand vertonen ('swayback'). Een tekort aan vitamine E of selenium is ook een belangrijke oorzaak van zwakke lammeren bij de geboorte. Vitamine E en selenium spelen een belangrijke rol om 'vrije radicalen' die gevormd worden bij een zuurstoftekort weg te vangen en zo de weefsels te beschermen. Het geboorteproces is namelijk altijd een proces waarbij het lam zuurstoftekort krijgt. Niet gek, want de bloedtoevoer van de nageboorte knijpt dicht door de weeën en in de uitdrijvingsfase komt de navelstreng onder spanning te staan. Lammeren die weinig selenium of vitamine E hebben zullen veel sneller last krijgen van dit zuurstoftekort en erg slap zijn na de geboorte. Bovendien is het risico veel groter dat ze dood geboren worden. De oplossing moet gezocht worden in de mineralenvoorziening van de moeder tijdens de dracht en de weken voor het aflammeren.


3. Te vroeg geboorte
Het lam is normaal gesproken degene die bepaalt wanneer het tijd is om geboren te worden. Gemiddeld is dit vaak 145 dagen na de bevruchting, maar rasverschillen worden gezien. Ook binnen rassen kunnen er verschillen van zo'n 10 dagen zijn: er zijn vaderdieren waarbij de lammeren bijna allemaal 5 dagen te vroeg worden geboren, en er zijn vaderdieren waarvan de lammeren zo maar enkele dagen langer kunnen blijven zitten. Worden lammeren eerder geboren dan je zou verwachten, dan is de kans groot dat ze nog niet helemaal 'af' zijn. De pezen zijn nog niet helemaal afgerijpt waardoor het lam vaak moeite heeft om in de been te komen. Ook hebben de longen en darmen nog tijd nodig om volledig functioneel te worden. Om dit proces te ondersteunen kan een klein beetje corticosteroïden toegediend worden. Het duurt wel 24 uur voordat dit zijn werking doet, dus de eerste 24 uur is er vooral veel 'tender, love and care' nodig: veelvuldig kleine beetjes voeding (nooit meer dan 5% van het lichaamsgewicht tegelijk), warmte en aandacht. Verkleumde lammetjes kunnen opgewarmd worden door ze een tijdje in een emmer handwarm water te laten hangen en daarna goed droog te wrijven. Extra energie kan gegeven worden door een suikerwater (dextrose) oplossing oraal te geven of het toedienen van een Energy Booster.


4. Te laag geboortegewicht
De gemiddelde tweeling in Nederland uit een ooi van 75 kg heeft een geboortegewicht van tussen de 4 en 5 kg. Hoe lager het geboortegewicht, des te groter de kans is dat het lam (te) slap is na de geboorte. De tips die bij vroeg geboorte genoemd worden kunnen in dat geval ook toegepast worden. Belangrijk is vervolgens om te kijken wat de oorzaken zijn van een te laag geboortegewicht. Dit kan bijvoorbeeld zitten in de genetische aanleg van moeder of vader, de voeding de eerste twee maanden van de dracht of juist de voeding in de laatste 4 weken voor het aflammeren.


5. Te hoog geboortegewicht
Te zware lammeren worden nog wel eens gezien bij een eenlingdracht. Dit kan zorgen voor een zware geboorte. Tijdens het geboorteproces is er bij te zware lammeren een groot risico op verzuring: zuurstof gebrek zorgt ervoor dat er meer CO2 in het bloed blijft zitten en er meer melkzuur gevormd wordt in de spieren. Verzuring zorgt ervoor dat lammeren slap zijn. Belangrijk bij deze lammeren is om ervoor te zorgen dat ze het zuur zo snel mogelijk kwijt raken. Daarvoor is een goede ademhaling van belang: met het uitademen raakt het lam immers CO2 kwijt. Giet koud water in het oor (dit prikkelt het ademhalingscentrum) en spray Respiboost in het neusgat als stimulans om in te ademen. Leg het lam daarna in borst-buikligging en stimuleer het ademen door het lam goed te wrijven. Een Energy Booster met cafeïne is voor dit soort lammeren een echte opkikker.