EXTRA SELENIUM: ALLEEN DE OOIEN OF OOK DE RAMMEN?

bolus in een pillenschieter

De voorbereiding van het dekseizoen begint met ervoor te zorgen dat de dieren beschikken over voldoende selenium. Onder Nederlandse omstandigheden is het vaak nodig om voor de start van het dekseizoen de dieren extra te supplementeren. Geldt dit alleen voor ooien of ook voor rammen?

 

Direct en indirect effect van selenium op de vruchtbaarheid
Selenium heeft een groot effect op de vruchtbaarheid van ooien. Dieren met een tekort aan selenium hebben significant minder samentrekkingen van de baarmoeder in vergelijking tot ooien die voor het dekken selenium kregen toegediend. Samentrekkingen van de baarmoeder spelen een belangrijke rol bij het spermatransport richting de eileiders.  

Een tekort aan selenium vergroot daarnaast het risico op vroeg-embryonale sterfte. Bevruchte eicellen slagen er dan niet in om zich goed te nestelen in de baarmoederwand en sterven af. Dit kan leiden tot terugkomers of tot kleinere worpen, doordat bijvoorbeeld slechts één van de twee bevruchte eicellen weet uit te groeien tot een volwaardig lam.  

Er is bovendien een indirect effect van selenium. Dieren met een tekort aan selenium reageren na supplementatie door een toename van het lichaamsgewicht. Deze toename komt vooral door een verbeterde conditie. De conditie van een ooi is sterk gecorreleerd aan de hoeveelheid eicellen die vrijkomen bij de eisprong.

 

Vergeet de rammen niet
De staart van een spermacel bevat selenium. Selenium blijkt een essentiële rol te spelen in de beweeglijkheid van de spermacel en het vermogen om de eileiders te bereiken. In de eileiders vindt de bevruchting van eicellen plaats.
Op bedrijven waar de seleniumstatus onvoldoende is is het dus heel belangrijk om ook de dekrammen voor start van het dekseizoen te supplementeren. De bevruchtingsresultaten van rammen met een seleniumgebrek zijn significant lager dan rammen waarbij de seleniumstatus in orde is. 
 

Overige mineralen en sporenelementen
Dieren die op gras gehouden worden hebben in het algemeen voldoende vitamine E. In veel gebieden in Nederland komt er een tekort aan selenium voor. Deze gaat vaak samen met een tekort een kobalt en soms ook jodium. Door het gebruik van bolussen of mineralenemmers kun je een gedurende een langere periode dieren ondersteunen. Voor rassen die koperbehoevend zijn is het verstandig om voor een supplement te kiezen met koper. Bij een klinisch gebrek kan het verstandig zijn om doormiddel van een drench of injectie de eerste aanvulling aan te bieden. Vervolgens kan de supplementatie met bolussen of emmers geschieden. 

 

Verbeteren van de conditie
Wanneer de dieren geen tekorten (meer) hebben aan selenium of kobalt kunnen ze in een goede weide vaak binnen 3 tot 4 weken wel een half punt toenemen in conditie (op een schaal van 1 tot 5). Wil je dit proces versnellen of moeten de dieren een grotere conditieachterstand goed maken? In dat geval kan het bijvoeren van een paar honderd gram krachtvoer per dier per dag een optie zijn. Ook door gebruik te maken van energierijke ('high energy') emmers kun je de opbouw van de conditie effectief ondersteunen.